Zijn eerste verhaal schreef Dennis zodra hij een potlood vast kon houden. Dat beviel hem zo goed, dat hij dat potlood – later in de vorm van een typemachine en uiteindelijk een MacBook Air – nooit meer heeft losgelaten. Met de enige schrijfwedstrijd waar hij aan meedeed, won hij zowel de tweede als de derde prijs. Maar schrijven gaat voor Dennis niet om winnen. Schrijven is zoiets als naar het toilet gaan; zijn hoofd zit vol ideeën en die moeten eruit.
Dat heeft tot nu geresulteerd in vier verschillende soorten romans, een overwegend luchtige verzameling columns over het alledaagse leven, een boekje over wat er gebeurt als je het licht aandoet en een autobiografisch verhaal over thuiskomen in de verdwaalde wereld waarin we tegenwoordig leven. In tegenstelling tot het populair wetenschappelijke ‘Mag het licht aan’ kan ‘Thuiskomen in een verdwaalde wereld’ gecategoriseerd worden onder het kopje ‘spiritualiteit’. Ook in zijn romans verkent Dennis de grenzen van de wetenschap, fantasie en esoterie.
Dennis woont in een huisje aan het water, werkt sinds jaar en dag in de psychiatrie, rijdt te weinig motor, is met steeds grotere tegenzin vegetariër en ligt nogal eens op een massagetafel met rugklachten door al dat vele schrijven. Als hij ooit klaar is met schrijven, gaat hij beginnen met dansen. Dat is goed voor zijn rug, heeft hij zich laten vertellen.